U, de petitionaris
Afbeelding artikel 3.3

Strikte naleving artikel 3.3 van de Jeugdwet strafrechtelijk afdwingen

642 ondertekeningen

Sinds januari 2015 is waarheidsvinding verankerd in artikel 3.3 van de Jeugdwet. Toch weigeren jeugdbeschermers en gezinsvoogden anno 2019 nog altijd, 4 jaar na dato, nog steeds systematisch om aan Waarheidsvinding te doen, omdat ze vinden dat dit niet hun taak is. Dit is in strijd met de wet.

Petitie

Wij

Ouders ervaren dat gebrek aan waarheidsvinding leidt tot zeer ernstige fouten in Jeugdzorgdossiers

 

constateren dat:

  • Jeugdbeschermers en gezinsvoogden die onbeteugelde macht en verregaande beslissingsbevoegdheid hebben in relatie tot de grote maatschappelijke verantwoordelijkheid die zij dragen voor onze kinderen, kunnen op deze manier veel verdriet en onherstelbare schade aanrichten in onze levens zonder dat zij hier ooit rekenschap voor hoeven af te leggen.

  • De vele fouten die in dossiers van Jeugdzorg worden gemaakt, zijn omdat de feiten niet volledig en juist worden weergegeven door jeugdbeschermers in verslagen en rapportages.

 

en verzoeken

het schenden van artikel 3.3 van de Jeugdwet EN ook het niet willen gebruikmaken van het eigenstandig recht op informatie moet worden gezien als een strafbaar feit dat niet langer ongestraft mag blijven.

Ondertekenen

 
We e-mailen u een link waarmee u uw ondertekening kunt bevestigen. Uw gegevens worden niet doorgespeeld aan derden en blijven bij de Stichting Petities.nl. Meer hierover leest u in onze privacyverklaring.

Details

Ontvanger:
Tweede Kamer 
Petitieloket:
Einddatum:
14-10-2019 
Petitionaris:
dhr. A. Kirat 
Website:

Geschiedenis

Ondertekeningen

Nieuws

Wist u dat de toeslagenaffaire en misstanden binnen de jeugdzorg veel met elkaar gemeen hebben?

Welke feiten en omstandigheden geven steeds aanleiding tot het ontstaan van opeenstapeling van fouten in jeugdzorgdossiers?

Net als bij de toeslagenaffaire zien we dat een aantal zaken steeds terugkomt. Het ontbreken of de juiste toepassing van het beginsel van hoor- en wederhoor, het redelijk vermoeden van onschuld ook bekend als de onschuldpresumptie, de toetsing van de feiten aan de hand van de bewijsminimumregels, naleving van de regels van behoorlijk bestuur.

+Lees meer...

Gebrekkig of onvoldoende toezicht door onafhankelijke instanties en instituties van de rechtsstaat.

De nationale wetten en internationale verdragen die hier van toepassing zijn, laten helemaal niets aan het toeval en de verbeelding over of ruimte voor vrijelijk interpretatie door gecertificeerde instellingen. Een risicotaxatie-instrument inzetten zonder dat er een gedegen feitenonderzoek aan ten grondslag ligt, leidt onherroepelijk tot tunnelvisie, confirmatie bias en uiteindelijk tot ernstige gerechtelijke dwalingen door het kunnen ontstaan van het garbage in garbage out principe.

Een jeugdbeschermer die denkt en handelt in het belang en de veiligheid van het kind hoort daarom niets aan het toeval over te laten en moet zoals de wet verplicht stelt aan waarheidsvinding doen. Volledig in lijn met artikel 3.3 van de Jeugdwet, artikel 21 Burgerlijk Wetboek van Rechtsvordering en artikel 19 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind.

Zonder toetsing van de aan- en afwezigheid van de feiten, is het immers onmogelijk om adequaat te functioneren en anticiperen als jeugdbeschermer en bescherming te kunnen bieden aan onze kinderen. Een jeugdbeschermer die geen uitvoering wenst te geven aan een wettelijke plicht zoals dit is verankerd in artikel 3.3 van de Jeugdwet handelt derhalve in strijd met de wet en dit levert op zich al een strafbaar feit op in de zin van een verzuimdelict.

Verzuimdelict of omissiedelict bestaat in het nalaten van iets dat men behoorde te doen. Echter er dient ook een preventieve dan wel afschrikkende werking uit te gaan van de wet omdat de wet op dit punt nauwelijks wordt gehandhaafd en naleving wordt afgedwongen door sancties. Derhalve is het noodzakelijk gebleken dat de strikte naleving van artikel 3.3 van de Jeugdwet wordt uitgevoerd in een strafrechtelijk toetsingskader

11-02-2021

Waarheidsvinding artikel 3.3 van de Jeugdwet in strafrechtelijk kader afdwingen

De meesten van ons hebben gezinnen met een of meerdere (jonge) kinderen. Gelukkig komt niet iedereen in aanraking met Jeugdzorg, maar vaders en moeders die buiten hun schuld met deze instanties in aanraking zijn gekomen, wij moeten samen een petitie starten om politiek Den Haag te bewegen om het willens en wetens weigeren, frustreren, traineren en onmogelijk maken van waarheidsvinding door medewerkers van Jeugdzorg vanaf nu strafbaar te stellen.

+Lees meer...

Dit kost de Nederlandse samenleving en vooral vaders en moeders ongelofelijk veel kostbare tijd, energie en geld. De rechterlijke macht wordt door Jeugdzorg onnodig belast. Advocaten zijn niet te spreken over de werkwijze van Jeugdzorg. Laten we dit samen doen in het algemene en maatschappelijke belang EN voor de toekomst van onze kinderen. De generatie van morgen.

17-07-2019